Als onderdeel van Federatie Varend Erfgoed Nederland, vraagt Vereniging Botterbehoud landelijk en internationaal aandacht voor deze bijzondere oude zeilende bedrijfsvaartuigen en hun visserijmethoden. Zij zet zich bijvoorbeeld in voor de beschrijving van schepen in het Nationaal Register Varend Erfgoed en het European Maritime Heritage. In dat laatste worden ook visserijmethoden vastgelegd die dankzij visserijvergunningen en de inzet van diverse ministeries tijdens speciale evenementen mogen worden beoefend en gedemonstreerd.
Je kunt ons tegenkomen in alle havens rondom het IJsselmeer en tijdens evenementen zoals de Kuilstrijd, de Visserijweek Workum en visserijdagen in bijvoorbeeld Enkhuizen, Stavoren, Laaksum, Urk en Makkum.
De leden van Vereniging Botterbehoud (VBB) varen op monumentale zeilende visserijvaartuigen. Door deze schepen met veel liefde en geld te onderhouden proberen ze de geschiedenis van de schepen en het rijke visserijverleden van Nederland levend te houden. Dit is tevens de hoofddoelstelling van de vereniging en zij probeert zodoende op allerlei manieren meer bekendheid te geven aan deze liefhebberij.
De Zuiderzee kende vele vissersplaatsen waar veel mensen werkten in de visserij en aanverwante bedrijvigheid, van nettenboeten tot visventen. Vereniging Botterbehoud zet zich in voor het behoud van de originele zeilende vissersschepen die er nog zijn, en de visserijtechnieken die er bij kwamen kijken. Deze bijzondere schepen visten op de Zuiderzee, het IJsselmeer en de Zeeuwse en Hollandse stromen. De Vereniging legt documentatie aan over de geschiedenis van schepen, scheepsbouw en visserijtechnieken. Ze stimuleert de beoefening van ambachtelijke vaardigheden en kweekt belangstelling voor de verdwenen visserijcultuur.
In de 19e eeuw kende de Zuiderzee en Zeeuwse stromen een grote bedrijvigheid van diverse soorten visserij, bedreven op meest botters en kwakken, schouwen, jollen en kubboten. Een rijke visserij historie die langzaam verdwijnt. Met de Deltawerken die de Zuiderzee afsloot en de Zeeuwse eilanden beschermden, kwam er een einde aan de welvarende visserij. En bijna ook aan de schepen die dit mogelijk maakten.
Vele van de duizenden vissersschepen schepen zijn beland in de kelder, het schepenkerkhof vlak buiten de haven. Sommige zijn vergaan in stormen, een aantal is gezonken na slecht onderhoud, en velen zijn bewust afgezonken door vissers die er geen brood meer in zagen. Na de visserijperiode kochten studenten een botter en zeilden erop met de nodige avonturen, maar zonder het nodige onderhoud. Toch zijn zij het, samen met enkele Duitsers en de botterkoning uit Muiden, die er voor gezorgd hebben dat de laatste botters wel bewaard zijn gebleven en inmiddels bijna allemaal geheel gerestaureerd zijn en weer in volle glorie de zeeën bevaren.
Tegenwoordig is de vloot, mede daardoor, zeer goed onderhouden. Nog enkele schepen zijn privé eigendom, maar steeds meer schepen zitten in een stichting in de oude visserijdorpen. Bijna alle Zuiderzee plaatsen met historische havens en schepen hebben een eigen stichting of vereniging voor de lokale belangenbehartiging van haven, schepen en soms ook een scheepswerf.